Het wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2015 betekent opnieuw een verandering in het nationale regelgevingskader voor banken, verzekeraars, beheerders van beleggingsinstellingen en andere financiële ondernemingen. Naar aanleiding van de reacties op de consultatie en het advies van de Raad van State is het voorstel op een aantal punten aangepast en uitgebreid. Zo zullen ook specifieke personen met een leidinggevende functie, niet zijnde dagelijks beleidsbepalers bij banken en verzekeraars, moeten worden getoetst op geschiktheid en betrouwbaarheid. Daarnaast wordt de groep van personen die de eed of belofte moeten afleggen, uitgebreid naar medewerkers van wie de werkzaamheden het risicoprofiel van de financiële onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden of die zich rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten. Verder is de uitzondering op de bankvergunningplicht voor concernfinancieringsmaatschappijen ingeperkt voor bancaire concerns. Tevens wordt het mogelijk voor beheerders van beleggingsinstellingen in andere lidstaten om op basis van hun paspoort deelnemingsrechten aan te bieden aan niet-professionele beleggers in Nederland.

Het wetsvoorstel Wijzigingswet financiële markten 2015 (Wijzigingswet) is op 10 april 2014 ingediend bij de Tweede Kamer. In de In Context van oktober 2013 besteedden wij hieraan ook al aandacht. Naar aanleiding van de reacties op de consultatie en het advies van de Raad van State is het voorstel op een aantal punten aangepast en uitgebreid.

Uitbreiding geschiktheids- en betrouwbaarheidstoetsing

De eisen van geschiktheid en betrouwbaarheid die nu al van toepassing zijn op dagelijks beleidsbepalers en interne toezichthouders zullen ook gaan gelden voor personen, werkzaam bij een bank of verzekeraar, die:

  • een leidinggevende functie vervullen direct onder het niveau van de beleidsbepalers (het tweede echelon); en
  • verantwoordelijk zijn voor natuurlijke personen van wie de werkzaamheden het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk kunnen beïnvloeden.Voorbeelden van dergelijke personen zijn de hoogste leidinggevende van de afdeling vermogensbeheer, personen werkzaam op de afdeling "treasury", de afdeling juridische zaken, de afdeling compliance, of de afdeling interne audit. De eisen aan de betrouwbaarheid zullen voor hen dezelfde zijn als voor dagelijks beleidsbepalers en interne toezichthouders.

Voor geschiktheid is dit anders. De eisen met betrekking tot geschiktheid zullen toegesneden moeten zijn op de functie die de persoon vervult. Dit kan, gelet op de grote diversiteit in functies bij banken en verzekeraars, het beste worden vastgesteld door banken en verzekeraars zelf. Banken en verzekeraars moeten hun interne processen hierop aanpassen. De toezichthouders kunnen wel invulling geven aan terugkerende algemene aspecten die bij bepaalde functies geborgd moeten worden.

Uitbreiding reikwijdte bankierseed

Naast de dagelijks beleidsbepalers en de interne toezichthouders van een financiële onderneming zullen de volgende personen ook de eed of belofte moeten afleggen:

  • personen die werkzaam zijn bij een bank of verzekeraar en daar verantwoordelijk zijn voor degenen die het risicoprofiel van de financiële onderneming wezenlijk (kunnen) beïnvloeden, en medewerkers van een financiële onderneming die het risicoprofiel van de onderneming wezenlijk (kunnen) beïnvloeden
  • medewerkers van een financiële onderneming die zich rechtstreeks bezighouden met het verlenen van financiële diensten.

Financiële ondernemingen moeten ervoor zorgen dat al deze personen de eed of belofte afleggen en naleven.

Concernfinancieringsmaatschappijen

De regels met betrekking tot concernfinancieringsmaatschappijen die, als zij aan bepaalde voorwaarden voldoen, geen bankvergunning nodig hebben en niet onder het toezicht op banken vallen, worden aangescherpt om oneigenlijk gebruik tegen te gaan.

Concernfinancieringsmaatschappijen die onderdeel zijn van een "bancair concern" kunnen niet langer van de uitzonderingsregeling gebruikmaken. Zij hebben dus een bankvergunning nodig. Hierop wordt een enkele uitzondering gemaakt, namelijk als de moedermaatschappij of de groepsmaatschappij bij wie de concernfinancieringsmaatschappij de gelden uitzet (en die op haar beurt weer de gelden uitzet), een bankvergunning heeft. Onder "bancair concern" wordt verstaan een concern dat als hoofdactiviteit heeft het uitoefenen van het bedrijf van het voor eigen rekening verrichten van kredietuitzettingen buiten het concern. Voor bancaire concerns die niet langer gebruik kunnen maken van de uitzondering, geldt een overgangsperiode van zes maanden na inwerkingtreding van de Wijzigingswet. Voor overeenkomsten die zijn aangegaan onder de nu geldende wettelijke regeling geldt een zogenaamde grandfathering-regel tot het einde van de looptijd van de overeenkomsten.

Verder verduidelijkt de Wijzigingswet dat de verplichte garantie die de moedermaatschappij van de concernfinancieringsmaatschappij moet afgeven, of de keep well agreement tussen de moedermaatschappij en de concernfinancieringsmaatschappij. geen dode letter mag zijn. Dit wordt gedaan door te bepalen dat de moedermaatschappij te allen tijde de garantie of de verplichtingen die volgen uit de keep well agreement moet kunnen nakomen. Daarnaast moet de concernfinancieringsmaatschappij doorlopend kunnen aantonen dat zij aan de verschillende uitzonderingsvoorwaarden voldoet.

"Retail paspoort" voor beheerders van beleggingsinstellingen

Beheerders van beleggingsinstellingen die hun zetel hebben in een andere lidstaat hoeven niet langer een vergunning aan te vragen in Nederland als zij deelnemingsrechten in Nederland willen aanbieden aan niet-professionele beleggers. Hiervoor moeten deze beheerders wel aan de volgende eisen voldoen:

  1. zij moeten aantonen dat zij een vergunning als beheerder van beleggingsinstellingen hebben in hun lidstaat van herkomst via de notificatieprocedure die geldt op grond van de AIFM Richtlijn
  2. zij moeten specifiek melden aan de AFM dat zij deelnemingsrechten in Nederland willen aanbieden aan niet-professionele beleggers
  3. zij moeten voldoen aan de specifieke eisen die in Nederland gelden voor het aanbieden van deelnemingsrechten aan niet-professionele beleggers.

Overige wijzigingen in de Wft

Naast de hierboven beschreven wijzigingen bevat de Wijzigingswet ook nog de volgende aanpassingen:

  1. introductie van een wettelijk kader op het niveau van de Wft voor geregistreerde gedekte obligaties,
  2. een actieve informatieplicht voor banken en beleggingsondernemingen met betrekking tot het depositogarantiestelsel en het beleggerscompensatiestelsel,
  3. een verbod om reclame te maken met het feit dat een financiële onderneming geldt als "systeemrelevant",
  4. verduidelijking dat de bevoegdheden die voortvloeien uit een verrekeningsbeding niet worden aangetast door de goedkeuring van het overdrachtsplan,
  5. verduidelijking dat rechten tot zekerheid, nevenrechten en voorrechten kunnen worden uitgeoefend en niet worden aangetast door de goedkeuring van het overdrachtsplan,
  6. introductie van de mogelijkheid om beter toezicht te houden op de waarborgen van de goede werking van het betalingsverkeer bij financiële ondernemingen,
  7. beheerders van beleggingsinstellingen die vallen onder een lichter regime van toezicht zullen ook worden opgenomen in het register van de AFM,
  8. herintroductie van de bevoegdheid van de AFM tot het doen van een ontbindingsverzoek van een beleggingsmaatschappij of tot het vereffenen van het vermogen van een beleggingsfonds bij de rechtbank, als de deelnemingsrechten worden aangeboden aan niet-professionele beleggers,
  9. civiele zaken die betrekking hebben op het verlenen van beleggingsdiensten, het verrichten van beleggingsactiviteiten en het aanbieden van effecten aan het publiek worden geconcentreerd bij de rechtbank in Amsterdam,
  10. de mogelijkheid voor DNB om bij een portefeuilleoverdracht van een schadeverzekeraar ook te kijken naar andere elementen dan de solvabiliteitsmarge,
  11. snellere openbaarmaking van een overtreding van artikel 4:11 (2) Wft. Op basis van dit artikel kan de toezichthouder boetes opleggen op voor verdienmodellen of een beloningsbeleid waar een perverse prikkel van uitgaat.

Inwerkingtreding

De beoogde datum van inwerkingtreding van de Wijzigingswet is 1 januari 2015.

The content of this article is intended to provide a general guide to the subject matter. Specialist advice should be sought about your specific circumstances.