1 In vogelvlucht

Sinds 1 juli 2014 werd de bevoegdheid inzake economische migratie ("toelating tot arbeid") geregionaliseerd. Sindsdien kan ieder Gewest (en de Duitstalige Gemeenschap) haar eigen regelgeving met betrekking tot deze materie aannemen.

Het Vlaams Gewest was in 2018 het eerste Gewest dat hiertoe regelgeving heeft ingevoerd. In 2021 werd deze regelgeving voor het eerst herzien en werden er enkele inhoudelijke en technische wijzigingen doorgevoerd. Hoewel er een aantal belangrijke zaken werden gewijzigd, bleef het gros van de regels en de methodiek eigen aan deze materie quasi onveranderd overeind.

Deze methodiek kan als volgt worden samengevat:

  • Stap 1: Indien een werkgever een derdelander wil tewerkstellen, dan moet eerst en vooral worden geverifieerd of deze derdelander wel een toelating tot arbeid nodig heeft. Een aantal buitenlandse werknemers zijn namelijk van rechtswege toegelaten om in België te werken. Hierbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen de verblijfsgerelateerde vrijstellingen (op federaal niveau) en de werkgerelateerde vrijstellingen (op regionaal niveau).
  • Stap 2: Indien de werknemer niet over een vrijstelling beschikt, dan zal een arbeidskaart (verblijf van minder dan 90 dagen) of een gecombineerde vergunning (verblijf van meer dan 90 dagen) moeten worden aangevraagd door de werkgever (of diens mandataris) bij het bevoegde Gewest.

Het Vlaams Gewest kent drie verschillende soorten profielen: hoogopgeleide en bijzondere profielen, middengeschoolde profielen (zogenaamde officiële "knelpuntberoepen" die vermeld worden op een dynamische knelpuntberoepenlijst) en overige profielen die onderworpen zijn aan een arbeidsmarkttest en waarvoor specifieke economische of sociale redenen moeten worden aangetoond. De wijzigingen, die in werking zullen treden op 1 mei 2024, beogen drie doelstellingen te verwezenlijken:

  1. Een versoepeling van een aantal regels om te zorgen voor een betere invulling van knelpuntberoepen en om het economische weefsel in Vlaanderen te versterken.
  2. Een verstrenging van een aantal regels naar aanleiding van een aantal schandalen om misbruiken te vermijden en om oneigenlijke economische migratie te vermijden.
  3. Een verdere omzetting van een aantal Europese richtlijnen (o.a. de Richtlijn 2021/1883 (Europese Blauwe kaart) en de Richtlijn 2014/36/EU (seizoensarbeid)).

De wijzigingen zitten verspreid over het Vlaams regelgevend kader1 en betreffen zowel wijzigingen inzake de werkgerelateerde vrijstellingen (zie onder punt 2.1), algemene wijzigingen (zie onder punt 2.2), wijzigingen aan de verschillende soorten profielen (zie onder punt 2.3-2.5) als wijzigingen aan de gecombineerde vergunning van onbepaalde duur (zie onder punt 2.6).

2 Inhoudelijke wijzigingen

2.1 Werkgerelateerde vrijstellingen

Derdelanders die onder een werkgerelateerde vrijstelling vallen zijn van rechtswege toegelaten tot arbeid. Het gaat hierbij om vrijstellingen die verband houden met de aard van het werk en/of de uit te voeren activiteiten. Voor deze derdelanders moet de werkgever dus geen bijkomende toelating tot arbeid meer aanvragen. Zij moeten echter wel steeds beschikken over een wettig verblijf in België.

Deze werkgerelateerde vrijstellingen vallen in het Vlaams Gewest uiteen in vier categorieën.

1) Gedetacheerde werknemers die onderworpen zijn aan een voorafgaande Limosa-aangifte

Bepaalde gedetacheerde werknemers die onderworpen zijn aan een voorafgaande Limosa-aangifte zijn van rechtswege toegelaten tot arbeid als aan alle voorwaarden is voldaan.

De nieuwe regelgeving verwijst niet langer naar een maximale duurtijd van 3 opeenvolgende maanden, maar naar een rollende periode van 90 dagen binnen een periode van 180 dagen (zodat dit gelijk loopt met het Schengen circulatierecht of het toegestane kort verblijf binnen de Schengenzone2 ).

De nieuwe regelgeving voegt enkele categorieën toe aan de werkgerelateerde vrijstellingen, namelijk:

  • derdelanders die als vertegenwoordigers van hotels, reisbureaus of reisorganisaties, of die als gidsen een congres of beurs bijwonen of daaraan deelnemen of een rondreis begeleiden die is begonnen op het grondgebied van een derde land;
  • vertalers en tolken: de onderdanen van derde landen die als vertalers of tolken diensten verlenen als werknemers van een rechtspersoon die op het grondgebied van een derde land gevestigd is.

Daarnaast wordt de categorie van handelsvertegenwoordigers aanzienlijk verruimd. Voordien gold de werkgerelateerde vrijstelling enkel voor handelsvertegenwoordigers die hun klanten in België bezoeken voor rekening van in het buitenland gevestigde ondernemingen zonder bijhuis in België. Deze definitie werd verruimd tot de derdelanders die geen hoofdverblijf hebben in België en die één van de volgende tijdelijke handelsactiviteiten uitvoeren die verband moeten houden met de zakelijke belangen van de werkgever en waarbij geen diensten of goederen worden geleverd:

  • het bijwonen van:
    • conferenties en seminaries;
    • interne en externe zakelijke bijeenkomsten;
    • beurzen en tentoonstellingen;
  • het onderhandelen over zakelijke overeenkomsten;
  • het ondernemen van verkoops- of marketingactiviteiten;
  • het uitvoeren van interne audits of klantenaudits;
  • het verkennen van bedrijfsopportuniteiten;
  • het geven of volgen van opleidingen.

Deze wijziging brengt de Vlaamse regelgeving in lijn met enkele vrijhandelsakkoorden en geeft deze vrijstellingen een algemene reikwijdte.

2) Gedetacheerde werknemers die niet onderworpen zijn aan een voorafgaande Limosa-aangifte

Binnen deze categorie werden er geen wijzigingen aangebracht door het nieuw regelgevend kader.

3) De onderzoekers of internationaal docenten die voor een periode van maximaal negentig dagen binnen elke periode van 180 dagen verbonden zijn aan een Belgische erkende onderzoeksinstelling

Binnen deze categorie werden er geen wijzigingen aangebracht door het nieuw regelgevend kader.

To view the full article click here

Footnotes

1. Besluit van de Vlaamse Regering tot wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2018 houdende uitvoering van de wet van 30 april 1999 betreffende de tewerkstelling van buitenlandse werknemers, B.S. 28 maart 2024.

2. Met ingang van 31 maart 2024 traden ook Bulgarije en Roemenië (gedeeltelijk) toe tot het Schengengebied. Vanaf deze datum vinden er geen controles meer plaats aan de interne lucht-en zeegrenzen. Wel zijn er nog controles aan de landsgrenzen

The content of this article is intended to provide a general guide to the subject matter. Specialist advice should be sought about your specific circumstances.